Motorrijders hebben hun eigen gebarentaal. Dat geeft nog wel eens onduidelijkheid en irritatie in het verkeer. Soms vindt een automobilist een gebaar onbeschoft, terwijl het eigenlijk een groet is of een dankgebaar.
Nu het mooie weer eraan komt, stijgt het aantal motorrijders op de weg en dat leidt soms tot onbegrip van automobilisten. Ze doen veel dingen dan ook net even anders dan andere weggebruikers. Zo groeten ze elkaar bijvoorbeeld vaak door hun linkerhand even op te steken. Soms maken ze er ook een V-teken bij.
Harley-groet
Deze zogenaamde ‘bikersgroet’ werd bedacht door Barry Sheene, een bekende motorcoureur uit de jaren 70. Soms blijft de arm beneden. Deze groet wordt ook wel eens de Harley- of cruiser-groet genoemd. De arm wordt dan neerwaarts gericht onder een hoek van 45 graden met één, twee of meerdere vingers gestrekt en met de handpalm in de richting van de tegenligger.
Trapgebaar
Tot zover de groeten naar mede-motorrijders. Want er wordt ook wel eens gegroet of een gebaar gemaakt naar automobilisten en dat ziet er voor de niet-kenners van de motor-gebarentaal soms onbeschoft uit. Zo kan het gebeuren dat je – wanneer je bijvoorbeeld ruimte maakt voor een door het midden rijdende motorrijder – deze vervolgens een ‘trapgebaar’ ziet maken. Dat is echter niet bedoeld als ‘trap na’, maar als bedankje.
Koppeling
Motorrijders kunnen namelijk niet altijd een hand van het stuur halen. Bijvoorbeeld als ze voor het rode licht staan en de koppeling hebben ingeknepen, of als het allemaal snel moet gaan en ze geen tijd hebben om een hand van het stuur te nemen. Ook in een drukke omgeving, zoals bij het tussen de file doorrijden, houden ze het liefst twee handen aan het stuur. Overigens steekt de motorrijder als bedankje meestal zijn rechtervoet uit en niet de linker, omdat hij met zijn rechterhand de gashendel bedient.
Als een motorrijder zijn arm zijwaarts op en neer beweegt, is dat ook geen kritiek, maar een waarschuwing dat er gevaar is. Bijvoorbeeld een ongeluk of een naderende file.